Een man had een uitkering van het UWV voordat hij in 2017 een uitkering van de gemeente Amsterdam toegekend kreeg. Volgens de man heeft hij door een fout van de gemeente een terugvordering van de heffingskorting van de Belastingdienst ontvangen. Hij vindt dat de gemeente de man had moeten informeren over de gevolgen van de toekenning van een bijstandsuitkering. De bijstandsuitkering keert namelijk aan allebei uit. De vrouw heeft dus nu een inkomen en daarom geen recht op de heffingskorting. De ombudsman doet onderzoek. De Belastingdienst informeert de ombudsman dat er meerdere vorderingen zijn als gevolg van een hoger jaarinkomen. De schatting van het jaarinkomen zou te laag zijn waardoor het gezin te veel toeslagen heeft ontvangen over dat jaar. De man had eerst een ander inkomen en halverwege het jaar moest het gezin een beroep doen op de bijstandsuitkering. De ombudsman leest dat de gemeente heeft geprobeerd uit te leggen dat de aanvraag voor de wijziging van het inkomen een eigen verantwoordelijkheid betreft van betrokkenen. De ombudsman deelt de informatie van de Belastingdienst met de man. Hij bevestigt ook dat de uitleg van de gemeente klopt. Hij adviseert de man om zijn jaarinkomen te wijzigen, omdat de toeslagen van de belastingdienst voorschotten zijn. De hoogte is gekoppeld aan wat de man als inkomen doorgeeft. De ombudsman sluit het dossier.