Rapporten en zaakverslagen
Rapport -Zaanstad (zaaknr.: RA0945313)
Geen handhaving II
01-12-2009
voorgeschiedenis: rapport ‘Geen handhaving’ (RA0713401)
Sinds 1994 proberen bewoners van de Nauernasche Vaartdijk de gemeente Zaanstad er toe te bewegen maatregelen te nemen tegen een daar illegaal afgemeerde woonark. De ark belemmert in ernstige mate het uitzicht van de bewoners. Ondanks stevige protesten verandert de situatie in twaalf jaar niet. De gemeente weigert te handhaven en legt bezwaren naast zich neer. De bewoners spannen in februari 2006 een beroepsprocedure aan bij de Rechtbank te Haarlem om de handhaving af te dwingen. Omdat zo’n procedure doorgaans veel tijd kost, stappen ze ook naar de ombudsman. In maart 2007 verklaart de rechtbank het beroep van verzoekers gegrond; de gemeente dient te handhaven. Het resultaat is dat de boteneigenaar zijn boten eind maart 2008 verplaatst naar een andere locatie (“Vrouwenverdriet”) die de gemeente voor dit doel heeft gekocht van de provincie. De ombudsman oordeelt dat Zaanstad onbehoorlijk heeft gehandeld, door het belang van de eigenaar van de illegale woonark boven andere belangen te stellen.
In juni 2008 wenden de bewoners zich opnieuw tot de ombudsman omdat de boteneigenaar wederom boten heeft aangelegd voor hun huizen. Wederom vragen de bewoners de gemeente om te handhaven, maar dat leidt niet tot resultaat: nog steeds legt de boteneigenaar één of meer boten aan tegenover hun huizen, ondanks het feit dat hij kan beschikken over een door hem gewenste locatie.
De ombudsman overweegt dat de gemeente in strijd met de beginselen van voortvarendheid en redelijkheid handelt.
Zaanstad heeft het aanzien van de overheid, en daarmee het vertrouwen van de burger in de overheid, ernstig geschaad
Sinds 1994 proberen bewoners van de Nauernasche Vaartdijk de gemeente Zaanstad er toe te bewegen maatregelen te nemen tegen een daar illegaal afgemeerde woonark. De ark belemmert in ernstige mate het uitzicht van de bewoners. Ondanks stevige protesten verandert de situatie in twaalf jaar niet. De gemeente weigert te handhaven en legt bezwaren naast zich neer. De bewoners spannen in februari 2006 een beroepsprocedure aan bij de Rechtbank te Haarlem om de handhaving af te dwingen. Omdat zo’n procedure doorgaans veel tijd kost, stappen ze ook naar de ombudsman. In maart 2007 verklaart de rechtbank het beroep van verzoekers gegrond; de gemeente dient te handhaven. Het resultaat is dat de boteneigenaar zijn boten eind maart 2008 verplaatst naar een andere locatie (“Vrouwenverdriet”) die de gemeente voor dit doel heeft gekocht van de provincie. De ombudsman oordeelt dat Zaanstad onbehoorlijk heeft gehandeld, door het belang van de eigenaar van de illegale woonark boven andere belangen te stellen.
In juni 2008 wenden de bewoners zich opnieuw tot de ombudsman omdat de boteneigenaar wederom boten heeft aangelegd voor hun huizen. Wederom vragen de bewoners de gemeente om te handhaven, maar dat leidt niet tot resultaat: nog steeds legt de boteneigenaar één of meer boten aan tegenover hun huizen, ondanks het feit dat hij kan beschikken over een door hem gewenste locatie.
De ombudsman overweegt dat de gemeente in strijd met de beginselen van voortvarendheid en redelijkheid handelt.
Zaanstad heeft het aanzien van de overheid, en daarmee het vertrouwen van de burger in de overheid, ernstig geschaad