Een vrouw mailt de ombudsman. Zij heeft een abonnement bij een sportschool via de stadspas. Zij is ontevreden over de gang van zaken binnen de sportschool en heeft daarover geklaagd bij de gemeente.  Haar klacht is daar niet naar haar tevredenheid afgehandeld. De ombudsman vraagt de vrouw of haar klacht mag worden doorgestuurd aan de klachtencoördinator Armoedevoorziening, zodat de klacht daar naar behoren kan worden afgehandeld. Dat mag en de ombudsman draagt de klacht over. De klachtencoördinator pakt de klacht goed op en gaat in gesprek met de vrouw. Dan wordt duidelijk dat de klacht ook nog bij de sportschool in behandeling is. Afgesproken wordt de afhandeling daar af te wachten en daarna te bezien of er verdere actie gewenst is. De sportschool handelt de klacht van de vrouw af zonder op de inhoud in te gaan. De vrouw stelt dat er meer klachten over deze sportschool bij haar bekend zijn en gaat informeren of deze klagers de klachten ook aan de gemeente bekend willen maken. Voor de ombudsman is er in deze zaak geen rol weggelegd en hij sluit het dossier dan ook. Het is aan de gemeente of, en zo ja, hoe zij consequenties wil verbinden aan de klachten over de sportschool en de manier waarop deze worden afgehandeld.