Rapporten en zaakverslagen
Verzoek tot uitstel van betaling ten onrechte niet ingewilligd
16-10-2019
In februari ontvangt een man een gecombineerde aanslag van Belastingen Amsterdam. Omdat hij de gestelde WOZ-waarde veel te hoog vindt maakt hij hiertegen bezwaar. Dit doet hij eerst pro forma. Dit betekent dat hij vast bekend maakt bezwaar te maken, maar dat hij de nadere gronden van zijn bezwaar later bekend maakt. In dit pro forma-bezwaar verzoekt de man tevens om uitstel van betaling van het deel van de aanslag met betrekking tot de WOZ-waarde. Hij ontvangt wel een ontvangstbevestiging, maar daarin wordt niet gereageerd op zijn verzoek op uitstel van betaling. De man ontvangt anderhalve maand later een brief van waarin hem op dringende wijze wordt verzocht het openstaande bedrag te betalen. De man dient hierover een klacht in bij de dienst, omdat zij volgens eigen beleid dit verzoek zouden moeten honoreren. Als de man na ruim vijf weken nog helemaal niets op zijn klacht heeft gehoord stuurt hij deze door naar de ombudsman. De ombudsman rappelleert bij Belastingen. Die laat weten dat de klacht van de man niet bekend is. Met enige vertraging wordt de klacht alsnog opgepakt. De dienst erkent dat de man gelijk had en dat zij uitstel had moeten verlenen op zijn verzoek. Zij bieden excuses aan. Als de Ombudsman niets meer van de man verneemt gaat hij er van uit dat dit voldoende is sluit hij het dossier.