Een man stuurt zijn gemeente een brief met daarin de vraag om juridisch toe te lichten waarom hij de ID-kaart van zijn dochter moet inleveren. Omdat hij geen reactie krijgt van de gemeente vraagt hij de ombudsman om hulp. Deze stuurt de klacht door naar Zaanstad met de vraag uit te zoeken wat de stand van zaken is en om contact met de man op te nemen. De man wordt geadviseerd de reactie even af te wachten. Mocht hij geen reactie krijgen of is hij het niet eens met het antwoord, dan kan hij altijd opnieuw contact met de ombudsman opnemen. Omdat de man opnieuw niets hoort doet de ombudsman wederom navraag bij de gemeente.  De man meldt vervolgens dat hij gebeld is door een teamleider van de gemeente. Hij ontvangt veel excuses voor het uitblijven van een antwoord op zijn vragen. Er wordt nog verder uitgezocht hoe het zo heeft kunnen lopen. De man bedankt de ombudsman voor zijn interventie. Het dossier wordt gesloten.