Een man heeft een probleem met zijn uitkering. Hij vertelt de ombudsman dat zijn bijstandsuitkering tijdelijk is opgeschort. Het is de man niet duidelijk waarom. Hij zegt dat hij gesprekken met Handhaving moet voeren en met zijn klantmanager. Hij begrijpt het niet. De gemeente laat de ombudsman weten dat hij bepaalde informatie niet wil aanleveren die nodig is om een uitkering toe te kennen. De ombudsman ziet dat het om belangrijke informatie gaat en geeft dit ook door aan de man. Die vindt het nog steeds belachelijk en bedankt de ombudsman. Bij deze omstandigheid sluit de ombudsman het dossier.