Geen klachtbehandeling wegens procedure bij Raad van State
29-07-2010
Een man dient eind december 2009 een klacht in bij de gemeente Waterland. Hij is van mening dat de gemeente een al langlopend dossier verder vertraagt. De gemeente laat weten dat de klachtbehandeling zes weken zal duren. Begin februari laat de gemeente weten dat ze de klacht niet zal behandelen, omdat deze inhoudelijk aan de orde komt in een procedure bij de Raad van State. De man is van mening dat de klacht geen onderdeel uitmaakt van de procedure bij de Raad en wendt zich tot de ombudsman. Deze besluit een hoorzitting te organiseren. Daags voor de hoorzitting verklaart de gemeente de klachten volledig gegrond. De hoorzitting bij de ombudsman wordt hierop afgeblazen omdat de feiten helder zijn.
De ombudsman oordeelt dat de gemeente de klachten had behoren te behandelen en gegrond te verklaren. Door dit na te laten handelt de gemeente in strijd met het vereiste van fair play. Dit weegt des te zwaarder, omdat de ombudsman vorig jaar ook het oordeel ‘onbehoorlijk’ heeft uitgesproken ten aanzien van de gemeente naar aanleiding van een klacht in hetzelfde dossier.