Een man vraagt de bemiddeling van de ombudsman. Hij heeft al geruime tijd geen woning en verblijft overal en nergens. De gemeente heeft hem op de wachtlijst voor een zelfstandige woning geplaatst; helaas kunnen ze niets zeggen over de wachttijd. Zij heeft de man laten weten dat hij eigenlijk in aanmerking komt voor begeleid/beschermd wonen. Hem  wordt tijdens de wachttijd ambulante begeleiding aangeboden. De man weigert, omdat hij eerst de rechtszaak die hij begonnen is tegen de afwijzing van een urgentie voor zelfstandige woonruimte wil afwachten. Zijn briefadres verloopt binnenkort en onduidelijk is wat er daarna moet gebeuren. De ombudsman doet een coulanceverzoek bij de gemeente en vraagt ze het briefadres te verlengen, in ieder geval tot de zittingsdatum. Als de rechter niet meteen uitspraak doet, kan de man verlenging vragen tot de uitspraak. De gemeente honoreert dit verzoek waarop de ombudsman het dossier sluit.