Rapporten en zaakverslagen
Rapport -Amsterdam (zaaknr.: RA1053868)
Geen onderzoek naar overlast verkeersdrempel
22-07-2010
Een vader en dochter hebben last van een verkeersdrempel aan de Hoofdweg in Amsterdam die voor trillingen zorgt, vooral wanneer zwaar verkeer over de drempel rijdt. Ze werken thuis en worden ’s ochtend vroeg al wakker door de trillingen. Vanaf augustus 2008 heeft de vader talloze malen contact met het stadsdeel om de overlast te melden. Hij kan zich niet vinden in de reactie erop en dient een klacht in.
Eind januari 2009 handelt het stadsdeel de klacht af. De man wordt in het kader van de klachtbehandeling niet gehoord en de klacht wordt afgehandeld door een medewerker die de maanden eraan voorafgaand regelmatig contact had met de klagers. Het stadsdeel deelt mee dat het belang van de verkeersveiligheid zwaarder weegt, maar het onderzoekt oplossingen die de drempel wellicht overbodig maken. De man trekt in twijfel dat de drempels een verkeersafremmende werking hebben. Vervolgens zegt het stadsdeel toe om onderzoek te doen naar de trillingen. Hierbij beperkt het stadsdeel zich echter tot mogelijke schade door de trillingen. Hoewel diverse experts het erover eens zijn dat onderzoek waarschijnlijk overlast zal aantonen, laat het stadsdeel hier geen onderzoek naar doen. Enerzijds omdat het belang van de verkeersveiligheid zwaarder wordt gewogen, anderzijds omdat de situatie voordat de drempels waren geplaatst niet is onderzocht en er dus geen vergelijking kan worden gemaakt.
De ombudsman oordeelt dat het stadsdeel het motiveringsvereiste heeft geschonden door geen blijk te geven van het maken van een gedegen belangenafweging. Hierdoor zijn de overlastklachten niet serieus genomen. Voorts oordeelt de ombudsman dat het vereiste van fair play is geschonden nu een bij de zaak betrokken medewerker de klacht heeft afgehandeld en de klagers niet in de gelegenheid zijn gesteld hun standpunten toe te lichten tijdens een hoorgesprek.
Aanbeveling
De ombudsman verzoekt de portefeuillehouder Openbare Ruimte te bevorderen dat op het verzoek om onderzoek naar de trillingsoverlast opnieuw een beslissing wordt genomen.
Opvolging:
In september 2010 laat het stadsdeel weten dat in overleg met de verzoekers de bestaande meetresultaten ten behoeve van de schademeting worden geanalyseerd aan de hand van de richtlijn voor trillingsoverlast. Daarna zal het stadsdeel beslissen over de eventuele maatregelen. De ombudsman zal hierover worden geinformeerd.
Eind januari 2009 handelt het stadsdeel de klacht af. De man wordt in het kader van de klachtbehandeling niet gehoord en de klacht wordt afgehandeld door een medewerker die de maanden eraan voorafgaand regelmatig contact had met de klagers. Het stadsdeel deelt mee dat het belang van de verkeersveiligheid zwaarder weegt, maar het onderzoekt oplossingen die de drempel wellicht overbodig maken. De man trekt in twijfel dat de drempels een verkeersafremmende werking hebben. Vervolgens zegt het stadsdeel toe om onderzoek te doen naar de trillingen. Hierbij beperkt het stadsdeel zich echter tot mogelijke schade door de trillingen. Hoewel diverse experts het erover eens zijn dat onderzoek waarschijnlijk overlast zal aantonen, laat het stadsdeel hier geen onderzoek naar doen. Enerzijds omdat het belang van de verkeersveiligheid zwaarder wordt gewogen, anderzijds omdat de situatie voordat de drempels waren geplaatst niet is onderzocht en er dus geen vergelijking kan worden gemaakt.
De ombudsman oordeelt dat het stadsdeel het motiveringsvereiste heeft geschonden door geen blijk te geven van het maken van een gedegen belangenafweging. Hierdoor zijn de overlastklachten niet serieus genomen. Voorts oordeelt de ombudsman dat het vereiste van fair play is geschonden nu een bij de zaak betrokken medewerker de klacht heeft afgehandeld en de klagers niet in de gelegenheid zijn gesteld hun standpunten toe te lichten tijdens een hoorgesprek.
Aanbeveling
De ombudsman verzoekt de portefeuillehouder Openbare Ruimte te bevorderen dat op het verzoek om onderzoek naar de trillingsoverlast opnieuw een beslissing wordt genomen.
Opvolging:
In september 2010 laat het stadsdeel weten dat in overleg met de verzoekers de bestaande meetresultaten ten behoeve van de schademeting worden geanalyseerd aan de hand van de richtlijn voor trillingsoverlast. Daarna zal het stadsdeel beslissen over de eventuele maatregelen. De ombudsman zal hierover worden geinformeerd.