Een vrouw klaagt over de huishoudelijke hulp die zij ontvangt. Ze krijgt een aantal malen een andere hulp maar de vrouw blijft klagen. De vrouw heeft een vast tijdstip waarop de hulp kan komen. Op dat tijdstip zijn er weinig mensen beschikbaar. Hierdoor krijgt ze een tijdje geen hulp. De ombudsman gaat meerdere malen met de gemeente en met de vrouw in gesprek om te kijken of er nog mogelijkheden zijn via een andere zorgaanbieder. Uiteindelijk is het alsnog mogelijk om hulp te krijgen voor de vrouw. De ombudsman ziet dat de gemeente goed heeft meegedacht over de mogelijkheden en uiteindelijk is gekomen met een oplossing. De ombudsman sluit het dossier.