Rapporten en zaakverslagen
Het optreden van de gemeente bij een burenruzie
20-11-2019
Een vrouw stuurt de ombudsman een e-mail waarin zij zich beklaagt over de gemeente, omdat deze haar ten onrechte ervan beschuldigt dat zij een bemiddelingstraject met haar buren niet zou hebben willen vervolgen. Zij nodigt de ombudsman uit om zelf navraag te doen bij de bemiddelaars. Daarnaast is zij van mening dat de gemeente de belofte niet nakomt om in gesprek te gaan met haar buren over het uitkloppen van textiel waardoor zij haren op haar balkon aantreft. De vrouw vraagt de ombudsman om naar beide onderdelen onderzoek te doen en maatregelen te nemen. Doordat zij alle voorgaande correspondentie meestuurt, kan de ombudsman zich een goed beeld vormen van hetgeen zich heeft afgespeeld en ziet hij de resultaten van de bemiddelingsgesprekken. Op meerdere aspecten hebben haar buren zich bereid verklaard rekening te houden met de overlast die de vrouw ervaart en zijn ze haar tegemoet gekomen. De vrouw erkent ook dat de overlast daadwerkelijk is verminderd, met uitzondering van de haren op haar balkon. Wat de ombudsman niet kan beoordelen is wat er precies is (toe-)gezegd door de gemeente. Wél ziet hij in de klachtafhandeling van de gemeente dat op dit punt navraag is gedaan bij de wijkagent. Deze is aanwezig geweest bij het gesprek tussen de gemeente en de vrouw, maar zegt dat een dergelijke toezegging door de gemeente niet is gedaan. De ombudsman laat de vrouw weten inhoudelijk geen uitlatingen te kunnen doen nu haar woord lijnrecht staat tegenover dat van de betrokken ambtenaren en er evenmin ander bewijs voorhanden is. Met betrekking tot het beëindigen van het bemiddelingstraject laat de ombudsman de vrouw weten geen navraag te willen doen bij de bemiddelaars. Bemiddelaars hebben een geheimhoudingsplicht en de ombudsman acht het van belang deze te respecteren. In hoeverre de conclusie van de gemeente juist is kan hij dan ook niet beoordelen.