Een man heeft in juli 2016 een woonboot gekocht. Deze woonboot ligt achter een andere woonboot en kan uitsluitend worden bereikt via een loopbrug die over het dak van de voorste woonboot gaat. Dit levert veel onenigheid op tussen beide bewoners en de onderlinge relatie staat daarom al meerdere jaren onder druk. De achterste woonbootbewoner heeft de gemeente gevraagd om een eigen loopbrug te mogen plaatsen, maar dit is afgewezen. De bestaande loopbrug wordt, geheel tegen de zin in van de achterste woonbootbewoner, afgesloten met een sleutel. Hij meldt de ombudsman dit onveilig te vinden en wijst hierbij expliciet op de toegankelijkheid voor hulpdiensten. Hij wenst dat de gemeente de voorste woonbootbewoner opdraagt niet alleen het hek, maar ook het slot te verwijderen. Voor het hek, dat er illegaal staat, heeft de gemeente bestuursdwang toegepast, maar hiertegen is bezwaar gemaakt en die procedure loopt nog. Omdat er tussen beide bewoners meerdere geschillen spelen die juridisch worden uitgevochten, laat de ombudsman de man weten hierin geen rol te kunnen spelen. Ook niet op het punt van de toegankelijkheid voor hulpdiensten. Deze situatie is naar de mening van de ombudsman niet afwijkend van vele andere woonsituaties waar hulpdiensten zich toegang moeten verschaffen tot de plaats des onheils, desnoods door een hek of deur te forceren.