Een vrouw beëindigt haar huurovereenkomst per 1 augustus 2017. Haar huurcontract liep tot mei 2017, wat betekende dat de vrouw de overige twee maanden alleen nog moest betalen. Ze heeft toen contact gehad met de gemeente en verzocht of deze maanden kwijtgescholden konden worden. Dit was helaas niet het geval. In plaats van dat zij een factuur over de maanden juni en juli ontvangt, ontvangt zij een factuur voor het gehele jaar. Als de vrouw hierover telefonisch contact opneemt ontvangt zij even later een factuur over tien maanden. Daarna hoort de vrouw niks meer over het openstaande bedrag en ze gaat er vanuit dat het bedrag alsnog is kwijtgescholden. Anderhalf jaar later ontvangt de vrouw weer een factuur, maar tot haar verbazing is er rente berekend over het openstaande bedrag. De vrouw is het hier niet mee eens omdat het niet aan haar te wijten is dat de factuur zo laat is verstuurd. Vervolgens ontvangt ze een aanmaning met incassokosten. De vrouw stuurt meerdere mails omdat ze vindt dat ze onvoldoende en onjuist is geïnformeerd. Uiteindelijk ontvangt ze een brief van het incassobureau. De vrouw besluit om de ombudsman op te zoeken op het inloopspreekuur. Om uit te zoeken wat er is gebeurd moet hij contact opnemen met verschillende afdelingen van de gemeente. De afdeling Vastgoed laat ten slotte weten dat zij te laat hebben gereageerd op het schrijven van de vrouw. Zij besluiten daarom om de verstuurde aanmaning en de oplopende rentebeschikking te laten vervallen. De vrouw hoeft dan nog enkel het oorspronkelijke bedrag te betalen. De ombudsman laat weten dat de vrouw hiervoor een betalingsregeling kan treffen en sluit het dossier.