Een vrouw neemt contact op met de ombudsman omdat ze sinds 2015 geen kwijtschelding gemeente- en waterschapsbelastingen meer krijgt. Ze ontvangt een AOW-uitkering en begrijpt niet waarom ze geen recht kan hebben op kwijtschelding. De ombudsman wijst de vrouw op de mogelijkheid om een administratief beroepsschrift in te dienen tegen de afwijzing. Wanneer de vrouw het niet eens is met de uitspraak op haar administratief beroepsschrift kan ze weer opnieuw contact opnemen met de ombudsman. Enige tijd later laat ze weten dat haar beroepsschrift is afgewezen. Opvallend is het verschil in de uitspraken van de gemeente Almere en het GBLT (het orgaan dat de waterschapsbelastingen heft en int). De één wijst af op basis van inkomen terwijl de ander afwijst op basis van vermogen. De ombudsman besluit het gesprek hierover aan te gaan en arrangeert een overleg met de gemeente. De ombudsman wil het idee van een samenwerking voorstellen zoals in Amsterdam met Waternet. In het gesprek wordt duidelijk dat de gemeente tevergeefs eerder heeft geprobeerd om zo’n samenwerking te realiseren. Zij laten ook weten dat de werkwijze betreffende de behandeling van de kwijtscheldingsverzoeken aanzienlijk verschillen. Wel laten zij weten bereid te zijn het gesprek met GBLT aan te gaan. De gemeente vindt het zelf ook vervelend als er sprake is van verschillen in de uitspraken. Naast het kwijtscheldingsverzoek beklaagt de vrouw zich ook over een aantal naheffingsaanslagen parkeren die zijn opgelegd. De gemeente Almere is bereid om de ophogende rente en de aanmaningskosten te laten vervallen. De vrouw moet de voorgestelde betalingsregeling, waar zowel de naheffingsaanslagen als de belastingaanslagen in zijn verwerkt, dan wel eerst nakomen. De ombudsman informeert de vrouw over de betalingsregeling en het gesprek tussen de gemeente en het GBLT.