Een man benadert de ombudsman, nadat hij van zijn buren heeft gehoord dat ook zij naar de ombudsman zijn gegaan in verband met aanhoudende overlast. Deze overlast wordt veroorzaakt door een bakkerij op de begane grond. In zijn woning ervaart hij met name geluidsoverlast en in het gezamenlijke trappenhuis geuroverlast. Hij denkt dat het geluid afkomstig is van een afvoerpijp die direct op de gevel is gemonteerd. De ombudsman vraagt de Omgevingsdienst de klacht van de man in behandeling te nemen, specifiek de desbetreffende afvoerpijp te beoordelen en voor het overige zijn klachten mee te nemen in het lopende onderzoek. Enkele maanden later komt er bericht van de Omgevingsdienst dat de pijp zal worden weggehaald omdat er een nieuwe afzuiginstallatie is geïnstalleerd. Helaas heeft dit de klachten van deze bewoner, evenals de klachten van twee andere bewoners, niet weggenomen. De Omgevingsdienst besluit een akoestisch onderzoek te eisen te verrichten door een onafhankelijk bureau. Enige tijd later ontvangt de ombudsman het bericht dat de man is verhuisd en hiermee is voor hem een eind gekomen aan alle overlast die hij heeft ervaren en die tot op de dag van vandaag niet is opgelost. Omdat de ombudsman van meerdere bewoners klachten heeft ontvangen, is deze overlastsituatie nog geen gesloten boek.