Een man ontvangt een bijstandsuitkering. Van het UWV ontvangt hij een eenmalige nabetaling. Vervolgens gaat de gemeente het recht op de bijstandsuitkering opnieuw vaststellen. Door de herberekening ontstaat er een vordering en verrekent de gemeente de bijstandsuitkering. Door de verrekening komt de man in de problemen met zijn vaste lasten. Het geld van het UWV heeft hij namelijk al opgemaakt en er zijn ruim drie maanden voorbij voordat de gemeente is gaan verrekenen. Hij belt daarom zijn inkomensconsulent omdat hij hier niet vooraf hierover is geïnformeerd. Het telefonisch gesprek met zijn inkomensconsulent leidt niet tot een verandering. De man bericht vervolgens de ombudsman. Het gaat volgens de man om een verrekening van ongeveer de helft van zijn uitkering per maand voor in ieder geval drie maanden. De ombudsman weet dat verrekenen de voorkeur heeft en dat terugvorderen ook mogelijk is. Hij vraagt de gemeente om met de man in gesprek te gaan. Vanwege diverse omstandigheden bij de gemeente wordt er laat gereageerd alvorens er een oplossing volgt. De ombudsman neemt het voorgaande mee voor een gesprek met de gemeente en sluit het dossier.