Begin december 2017 heeft een man middels het formulier Horeca 1 een aanvraag ingediend voor een horeca-exploitatie- en een drankenvergunning. Lange tijd hoort de man niets van de gemeente. Begin februari 2018 neemt hij contact op met het stadsdeel om te informeren naar de verloop van zijn aanvraag, hij had namelijk uiterlijk begin februari 2018 iets moeten vernemen van de gemeente. Hij krijgt uiteindelijk zes dagen na het verstrijken van de reactietermijn mondeling toestemming om open te gaan in afwachting van het officieel ontvangen van de vergunningen. Volgens de man is de wettelijke beslisperiode van acht weken overschreden en is hij niet door de gemeente geïnformeerd over eventuele verlenging van de beslistermijn. Hierdoor heeft hij niet op de geplande datum zijn zaak kunnen openen. Hij dient daarom bij de gemeente een schadeclaim in van €3800 (gemiste omzet). Deze wordt afgewezen. Hij is het hier niet mee eens en de man wendt zich daarom tot de ombudsman. De ombudsman informeert bij VGA, het verzekeringsbedrijf van de gemeente.  In de reactie blijft VGA bij haar standpunt en wordt de claim afgewezen, aangezien het overschrijden van een termijn niet zonder meer tot aansprakelijkheid van de gemeente leidt. Dit is in overeenstemming met de jurisprudentie van de Hoge Raad, aldus VGA. De wettelijke termijnen zien er in de eerste plaats op om een bestuursorgaan met enige voortvarendheid te laten beslissen en duidelijkheid te geven aan betrokkenen. De termijnen beschermen niet zonder meer tegen mogelijke schade die kan ontstaan bij het uitblijven van een besluit. Van onrechtmatigheid kan slechts sprake zijn in het geval van bijkomende omstandigheden. In dit geval is dat niet aan de orde. De ombudsman ziet geen verdere aanknopingspunten voor nader onderzoek en sluit het dossier.