Een man heeft een parkeervergunning voor het gebied dichtbij zijn volkstuin. Hij ontvangt vervolgens verschillende naheffingsaanslagen, omdat hij volgens de gemeente op plekken parkeert waar deze vergunning op bepaalde momenten niet geldig is. De man kan zich hier niet in vinden en maakt bezwaar. De man stelt uiteindelijk ook beroep in. Daarnaast schrijft hij een brief aan de gemeente. Hij vindt het vreemd dat hij een dure parkeervergunning heeft, terwijl die op veel momenten niet geldig is. Daarom wendt hij zich ook tot de ombudsman. Nu hij beroep heeft ingesteld en onlangs een brief aan de gemeente heeft gestuurd, is onderzoek door de ombudsman op dit moment niet aan de orde. Het dossier wordt gesloten.