Rapporten en zaakverslagen
Rapport - (zaaknr.: RA1052090)
Gemeente- en stadsdeelraadsverkiezingen 2010
08-06-2010
De ombudsman heeft op eigen initiatief een onderzoek ingesteld naar de uitvoering van de stemprocedure bij de Gemeente- en Stadsdeelraadsverkiezingen op 3 maart 2010 in Amsterdam. De aanleiding daarvoor was het rapport van de ombudsman over de gang van zaken bij de verkiezingen van 7 maart 2006. De ombudsman kwam toen tot de conclusie dat de verkiezingen niet naar behoren waren verlopen, omdat in sommige stembureaus werd toegestaan dat kiezers ondersteuning kregen van een begeleidend persoon, maar in andere niet. In enkele stembureaus leidde het optreden tegen niet geoorloofde ondersteuning tot (orde)problemen. Verder is de volmachtregeling niet in alle stembureaus op dezelfde manier toegepast. De stemprocedure is niet in alle stembureaus op dezelfde manier is uitgevoerd, wat in strijd is met het gelijkheidsbeginsel en de Kieswet.
In samenwerking met de Dienst Onderzoek + Statistiek is een nieuwe enquête opgesteld en verstuurd naar alle stembureauvoorzitters. In de enquête worden vragen gesteld over dezelfde onderwerpen als in 2006. Daarnaast is onderzocht hoe het tellen van de stemmen is verlopen en zijn de voorzitters uitgenodigd om bij meerdere vragen hun antwoorden toe te lichten. Verder zijn processen-verbaal vergeleken met de uitkomsten van de enquête. Uit het onderzoek rijst het beeld dat de verkiezingen ordelijker zijn verlopen dan in 2006. Wel kwam het voor dat kiezers in strijd met de Kieswet werden ondersteund bij het stemmen, werd de volmachtregeling oneigenlijk gebruikt, moest veel handhavend worden opgetreden en was de inrichting van sommige stemlokalen niet optimaal. Tevens is vast komen te staan dat processen-verbaal niet nauwkeurig ingevuld zijn en is gebleken dat de begeleiding van de stembureauvoorzitters nog kan worden verbeterd. Op een aantal van deze punten zijn al verbeteringen doorgevoerd met het oog op de Tweede Kamerverkiezingen van 9 juni 2010.
De ombudsman komt dan ook tot het oordeel dat de verkiezingen ordelijker zijn verlopen dan in 2006, maar in organisatorisch opzicht nog niet op orde waren.
Aanbevelingen
De ombudsman verzoekt de burgemeester van Amsterdam te bevorderen dat:
a) In de training van de stembureauvoorzitters meer aandacht besteed wordt aan:
Wanneer wel en wanneer geen begeleiding van kiezers toegestaan is.
De regels betreffende het gebruik van volmacht.
Het belang van het goed invullen van de processen verbaal.
Verder zouden voorzitters na de training de mogelijkheid moeten krijgen om een evaluatie in te vullen.
b) In de voorbereidingen op de volgende verkiezingen zou meer aandacht kunnen worden besteed aan de voorlichting aan de burger op de volgende punten:
De geldende regels in het stemlokaal (m.n. de privacyregels betreffende het uitbrengen van de stem) en
De legitimatieplicht en de achtergrond van deze verplichting.
c) Bij de volgende verkiezingen zou meer aandacht moeten worden besteed aan de inrichting van de stemlokalen. Meer in het bijzonder:
Indien gekozen wordt meerdere stembureaus op een locatie onder te brengen aandacht te besteden aan de scheiding tussen deze stembureaus;
Bij die inrichting rekening te houden met de mogelijkheid van lange wachtrijen in verband met de legitimatieplicht en
Bij de inrichting van het stemlokaal rekening te houden met voldoende voorzieningen voor het tellen van de stemmen.
d) De tips met betrekking tot de opleiding, de instructie en de CD-rom in overweging worden genomen.
DPG geeft aan bovenstaande aanbevelingen over te nemen. De reactie van DPG geeft de ombudsman aanleiding voor nog een aantal aanbevelingen:
e) De zienswijze van DPG met betrekking tot de onderhandse volmachtverlening te nuanceren naar hetgeen de Kiesraad daarover heeft gezegd en aandacht te besteden aan het oneigenlijk gebruik ervan.
In samenwerking met de Dienst Onderzoek + Statistiek is een nieuwe enquête opgesteld en verstuurd naar alle stembureauvoorzitters. In de enquête worden vragen gesteld over dezelfde onderwerpen als in 2006. Daarnaast is onderzocht hoe het tellen van de stemmen is verlopen en zijn de voorzitters uitgenodigd om bij meerdere vragen hun antwoorden toe te lichten. Verder zijn processen-verbaal vergeleken met de uitkomsten van de enquête. Uit het onderzoek rijst het beeld dat de verkiezingen ordelijker zijn verlopen dan in 2006. Wel kwam het voor dat kiezers in strijd met de Kieswet werden ondersteund bij het stemmen, werd de volmachtregeling oneigenlijk gebruikt, moest veel handhavend worden opgetreden en was de inrichting van sommige stemlokalen niet optimaal. Tevens is vast komen te staan dat processen-verbaal niet nauwkeurig ingevuld zijn en is gebleken dat de begeleiding van de stembureauvoorzitters nog kan worden verbeterd. Op een aantal van deze punten zijn al verbeteringen doorgevoerd met het oog op de Tweede Kamerverkiezingen van 9 juni 2010.
De ombudsman komt dan ook tot het oordeel dat de verkiezingen ordelijker zijn verlopen dan in 2006, maar in organisatorisch opzicht nog niet op orde waren.
Aanbevelingen
De ombudsman verzoekt de burgemeester van Amsterdam te bevorderen dat:
a) In de training van de stembureauvoorzitters meer aandacht besteed wordt aan:
Wanneer wel en wanneer geen begeleiding van kiezers toegestaan is.
De regels betreffende het gebruik van volmacht.
Het belang van het goed invullen van de processen verbaal.
Verder zouden voorzitters na de training de mogelijkheid moeten krijgen om een evaluatie in te vullen.
b) In de voorbereidingen op de volgende verkiezingen zou meer aandacht kunnen worden besteed aan de voorlichting aan de burger op de volgende punten:
De geldende regels in het stemlokaal (m.n. de privacyregels betreffende het uitbrengen van de stem) en
De legitimatieplicht en de achtergrond van deze verplichting.
c) Bij de volgende verkiezingen zou meer aandacht moeten worden besteed aan de inrichting van de stemlokalen. Meer in het bijzonder:
Indien gekozen wordt meerdere stembureaus op een locatie onder te brengen aandacht te besteden aan de scheiding tussen deze stembureaus;
Bij die inrichting rekening te houden met de mogelijkheid van lange wachtrijen in verband met de legitimatieplicht en
Bij de inrichting van het stemlokaal rekening te houden met voldoende voorzieningen voor het tellen van de stemmen.
d) De tips met betrekking tot de opleiding, de instructie en de CD-rom in overweging worden genomen.
DPG geeft aan bovenstaande aanbevelingen over te nemen. De reactie van DPG geeft de ombudsman aanleiding voor nog een aantal aanbevelingen:
e) De zienswijze van DPG met betrekking tot de onderhandse volmachtverlening te nuanceren naar hetgeen de Kiesraad daarover heeft gezegd en aandacht te besteden aan het oneigenlijk gebruik ervan.