Rapporten en zaakverslagen
Klacht over de gesloten jeugdzorg
19-03-2020
Een vrouw belt de ombudsman. Haar zoon is een paar jaar geleden uit huis geplaatst. Ze heeft geen gezag meer. Haar zoon is de afgelopen jaren van een vrolijk en slim mannetje naar een zwaar verslaafde puber gegaan. Hij heeft geen goed onderwijs gehad in de tijd dat hij in instellingen woonde. De moeder vindt dat als de situatie waarin een kind verkeert in de instelling niet beter is dan de thuissituatie, de staat van die kinderen af moet blijven. De gezinsmanager luistert onvoldoende naar haar en neemt haar zorgen niet serieus. Ze heeft een klacht ingediend bij de klachtencommissie van het Leger des Heils, maar belt ook de kinderombudsman. Ze wil graag alle kanalen benutten om te laten weten dat het niet goed gaat in de Nederlandse jeugdzorg. De kinderombudsman bespreekt met de vrouw dat het een bekend probleem is dat kinderen die in (gesloten) instellingen wonen voor langere tijd er doorgaans niet veel beter uitkomen (ondanks de inzet van alle hardwerkende betrokkenen). Zowel de uitvoering als de politiek zijn zich hiervan bewust en zoeken naar oplossingen. Dit vraagt wel tijd en het is verdrietig dat sommige kinderen hier niets meer aan zullen hebben. Omdat moeder een klacht heeft ingediend bij de klachtencommissie, zal zij deze afhandeling eerst moeten afwachten. Daarbij is het wel goed om te weten dat inhoudelijke beslissingen over hulpverleningstrajecten of kinderbeschermingsmaatregelen niet onder de bevoegdheid van de klachtencommissie vallen. Wat ook meeweegt is dat zij als moeder het ouderlijk gezag inmiddels niet meer heeft. Dat betekent dat de klachten zich zouden kunnen richten op communicatie en naleven afspraken over omgang, maar dat het niet verder dan dit zal gaan. De kinderombudsman en de vrouw spreken af dat ze in ieder geval even de klachtafhandeling afwacht en dat ze, als ze niet tevreden is, weer contact met haar kan opnemen. Tot dan sluit de kinderombudsman het dossier.