Een gezin woont in Afrika, maar keert vanwege veiligheidsredenen terug naar Nederland. Vader en kinderen woonden tot 2010 in Nederland en hebben de Nederlandse nationaliteit. Eenmaal aangekomen in Amsterdam, meldt het gezin zich bij het Centraal Meldpunt om opvang te verzoeken op grond van de Wmo. De aanvraag wordt afgewezen, omdat zij wel een huisvestingsprobleem hebben maar niet beperkt zelfredzaam zijn. Ook de crisisopvang wordt na tien dagen beëindigd. De voorzieningenrechter oordeelt dat de gemeente deze besluiten op basis van de juiste gronden heeft genomen. Het gezin heeft geen regiobinding met de gemeente Amsterdam en had de remigratie naar Nederland beter moeten voorbereiden. Via de nationale kinderombudsman, komt de maatschappelijk werker bij de kinderombudsman Amsterdam. Uit de gesprekken blijkt dat het gezin bereid is naar andere een andere gemeente te verhuizen. Met de verkregen informatie besluit de kinderombudsman de zaak door te sturen naar het Doorbraakteam van de gemeente Amsterdam. Misschien dat zij het gezin kunnen helpen om een plek elders in het land te vinden. Uit de terugkoppeling blijkt dat dit helaas nog niet is gelukt. Het gezin is nog steeds in beeld bij de maatschappelijk werker en het doorbraakteam, die vertelt dat vader hard op zoek is naar een baan en momenteel bij een kennis verblijft. Hoe lang deze situatie houdbaar is, is niet duidelijk. Momenteel is er voor de kinderombudsman geen rol weggelegd, en dus wordt het dossier gesloten.