Woonbootbewoners aan de Diemerzeedijk in stadsdeel Zeeburg vernemen dat het stadsdeel het gebied waarin hun boten liggen wil ontwikkelen in het kader van de ecologische verbindingszone. Dit zou kunnen betekenen dat de boten verplaatst moeten worden. De bewoners proberen duidelijkheid te krijgen van het stadsdeel. Volgens hen is er geen goede reden voor verplaatsing en is het bovendien de vraag of het stadsdeel wel bevoegd is over dit gebied (zij hebben een ontheffing van de provincie). Omdat de bewoners geen duidelijkheid krijgen van het stadsdeel, wenden zij zich medio 2007 tot de ombudsman. In de periode hierna (tot december 2009) geeft het stadsdeel verschillende uitleggen over de bevoegdheid en de rechten en plichten van bewoners. Eind 2008 zegt het stadsdeel toe dat de bewoners volledig geïnformeerd worden, maar in oktober 2009 is dit nog niet gebeurd. Na een hoorzitting bij de ombudsman neemt het stadsdeel in december 2009 een besluit over de verplaatsing. De ombudsman concludeert dat het stadsdeel zijn eerdere toezeggingen niet is nagekomen en de bewoners niet goed geïnformeerd heeft. De schending van de rechtszekerheid en de informatieverplichting leidt tevens tot schending van het fair play beginsel.
De Ombudsman raadt – evenals in een eerder rapport uit 2008 – het stadsdeel aan de wijze van omgang met woonbootbewoners te verbeteren.