Een man vertelt de ombudsman dat in zijn buurt een centrum zit dat deels wordt gebruikt als gebedshuis en deels voor scholing. Daardoor zijn alle parkeerplekken continue bezet en krijgt de man parkeerboetes omdat er in de buurt geen parkeerplekken voorhanden zijn. Hij stelt dat er niets aan de situatie wordt gedaan en dient een klacht in bij de gemeente en bij de ombudsman. De gemeente Amsterdam zal eerst moeten reageren op zijn klacht. Mocht hij niet tevreden zijn dan kan hij alsnog contact met de ombudsman opnemen. Dat doet hij niet en de ombudsman sluit het dossier.