Een vrouw, woonachtig in een woonwagen, dient in oktober 2018 een klacht in bij de burgemeester over achterstallig onderhoud aan woonwagens en het bijbehorende terrein. Het kabinet van de burgemeester stuurt in november 2018 een ontvangstbevestiging met de mededeling dat de wethouder Wonen zou reageren. In september 2019 heeft de vrouw nog steeds geen reactie en dus wendt zij zich tot de ombudsman. Die doet navraag. De klacht wordt alsnog opgepakt door de afdeling Wonen en het onderhoud dat spoedig kan worden verricht, wordt gedaan. Verder blijkt dat groter onderhoud wat langer op zich laat wachten. De vrouw wordt hierover geïnformeerd. Gelet op deze ontwikkelingen, ziet de ombudsman geen verdere rol voor zich weggelegd en sluit hij het dossier.