Een werknemer van een afdeling van de gemeente Amsterdam heeft een klacht ingediend bij de ombudsman. Hij is uitzendkracht bij de gemeente en heeft het daar erg naar zijn zin. Naast zijn werk heeft hij een evenementenbureau waar hij als zijn alter ego optreedt bij vrijgezellenfeesten, pubquizzen, bedrijfsuitjes en andere evenementen. Afgelopen december heeft hij op verzoek van zijn afdeling - tegen betaling - opgetreden als zijn alter-ego tijdens het afdelingsuitje. Over dit optreden zijn van tevoren duidelijke betalingsafspraken gemaakt, om te voorkomen dat er later een ongemakkelijke situatie zou ontstaan, zo laat hij de ombudsman weten. De man wil namelijk binnenkort gaan solliciteren op een vast dienstverband binnen zijn afdeling en wil de werkrelatie goed houden. Het optreden verloopt succesvol. Uiterlijk 16 december 2019 dient de factuur betaald te worden. Echter, de gemeente heeft dan nog niets betaald. De man stuurt de gemeente meerdere mails en betalingsherinneringen, maar helaas gebeurt er niets. Inmiddels is het al weer enige tijd later en is er nog geen zicht op betaling. Hij weet niet zo goed wat hij zelf nog kan doen en vraagt daarom de ombudsman om hulp. De ombudsman informeert bij de betreffende afdeling. Het blijkt dat de factuur niet over een routecode beschikte waardoor deze door de afdeling Financiën niet in behandeling kon worden genomen. Inmiddels is de factuur verwerkt en kan deze elk moment worden goedgekeurd. Het dossier wordt gesloten.