Rapporten en zaakverslagen
Zaakverslag -Amsterdam (zaaknr.: 2019-0009849)
Noodopvang voor vader en kind
26-03-2020
Een tiener woont via een pleegzorgconstructie bij een familielid, maar dit is per direct niet meer houdbaar. De vader is dakloos en klaagt bij de kinderombudsman over het feit dat hij geen noodopvang krijgt met zijn kind. De kinderombudsman vraagt de GGD (die verantwoordelijk is voor noodopvang van gezinnen) en Spirit (die als pleegzorgorganisatie betrokken is) naar hun standpunt. De GGD zag zich voor een bijzondere vraag staan, gezien de eerdere pleegzorg constructie. Het advies was daarom, alvorens noodopvang te verlenen, eerst met de betrokken familie en hulpverlening in overleg te gaan en te onderzoeken wat er nog ingezet kan worden om de situatie voor het kind te stabiliseren en hulpverlening in te zetten. Als duidelijk wordt dat het netwerk echt is uitgeput en de situatie inderdaad niet meer houdbaar is, wordt besloten vader en kind noodopvang te bieden. Ook heeft de vader een urgentieaanvraag gedaan voor een sociale huurwoning. De ombudsman sluit daarom het dossier.