Een vrouw is het niet eens met haar klachtafhandeling. Ze zegt dat de gemeente verantwoordelijk is voor haar huurachterstand en de aanmaningen die zij nu krijgt. Ze stelt dat de gemeente in 2017 een fout heeft gemaakt in de betalingen en dat ze daarom nu foutieve aanmaningen krijgt. Nadat zij een klacht heeft ingediend, doet de gemeente een onderzoek. De gemeente constateert dat de zij in 2017 de juiste betalingen heeft gedaan, maar dat Ymere tegen hen heeft gezegd dat de huur van maart 2019 niet is voldaan. Mevrouw is het hier niet mee eens en laat een afschrift zien van een huurafschrijving van maart 2019. De ombudsman constateert voorts dat de gemeente naar aanleiding van haar klacht onderzoek heeft gedaan: namelijk contact heeft opgenomen met de betreffende afdeling (Statushouders) die weer contact heeft gehad met Ymere. Hieruit volgt, volgens de ombudsman, dat de gemeente een juiste klachtafhandeling heeft gedaan. Tegelijkertijd ziet de ombudsman ook op de afschriften dat de huur van maart 2019 wel degelijk van haar rekening is afgeschreven. Met andere woorden het probleem is niet verholpen. Hier kan de ombudsman helaas niets aan doen en daarom verwijst hij haar naar Sociaal raadslieden om het een en ander uit te laten zoeken. De ombudsman sluit het dossier.