Een man heeft een bakkerij en verkoopt al jaren oliebollen vóór zijn bakkerij enkele dagen rond de jaarwisseling. Afgelopen najaar werd hij verrast met een verhoging van de legeskosten (door een vergunning voor een oliebollenkraam voor zijn bakkerij) én met enorme staanplaatskosten. De man heeft hierover reeds gecommuniceerd met de gemeente Amsterdam maar zit nog met veel vragen en onduidelijkheden. De man wendt zich daarom tot de ombudsman. De ombudsman spreekt met de man af dat hij de gemeente zal vragen om de vragen van de man te beantwoorden. De ombudsman laat de man weten dat, mocht hij er verder niet uitkomen met de gemeente, hij zich te allen tijde weer tot de ombudsman kan wenden. De ombudsman sluit het dossier.