Een echtpaar moet van een schip naar een huurwoning verhuizen. Een urgentieaanvraag wordt afgewezen en ze hebben niet voldoende aantoonbare woonduur voor het verkrijgen van een woning via Woningnet. Hun bezwaarschrift wordt ook afgewezen. Ze klagen bij de ombudsman over de gang van zaken, specifiek over de werkwijze van de desbetreffende woningbouwcorporatie. De ombudsman kan geen oordeel vellen over het toewijzen van woningen door een corporatie. Daarbij ziet hij dat de corporatie wel in gesprek is met het echtpaar. Niet veel later staan ze bovenaan de lijst voor een sociale huurwoning. De ombudsman ziet geen aanleiding voor verder onderzoek en sluit het dossier.