Een man woont in een woning met een bedrijfsruimte. Hij wil graag de erfpacht eeuwigdurend afkopen. Hij koopt de erfpacht in eerste instantie af tot einde tijdvak tot en met 2031. Hij vraagt vervolgens een offerte aan voor eeuwigdurende afkoop met de gedachte dat het bedrag dat hij al heeft betaald daarmee kan worden verrekend. Dan blijkt dat hij de erfpacht niet eeuwigdurend kan afkopen, omdat het een woning met bedrijfsruimte is. Alleen woningen met alleen een woonbestemming komen in aanmerking voor afkoop eeuwigdurende erfpacht. Desgevraagd gaat de ombudsman met de man in overleg omdat de man zijn visie graag wil toelichten. De ombudsman legt de man uit dat het een beleidskeuze van de gemeente is dat alleen erfpachters met erfpachtrechten en een woonbestemming naar eeuwigdurende erfpacht kunnen overstappen. Dan blijkt de man wel voor een deel te kunnen overstappen als hij zijn pand splitst in een woongedeelte en een bedrijfsgedeelte. Voor het woongedeelte kan hij overstappen naar eeuwigdurende erfpacht. Om dat te bewerkstelligen hoeven er geen ingrijpende fysieke aanpassingen te worden uitgevoerd. De man is voornemens dat te doen. De ombudsman sluit het dossier.