Rapporten en zaakverslagen
Rapport -Amsterdam (zaaknr.: RA1050023)
Het moment van aanvraag
08-04-2010
Een inwoonster van Amsterdam vraagt een persoonsgebonden budget voor huishoudelijke hulp bij het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) aan. CIZ moet een medisch advies aan de Dienst Wonen, Zorg en Samenleven (WZS) geven; deze dienst besluit vervolgens of de aanvraag wordt toegekend. Tussen het moment van aanvraag bij CIZ en het besluit van WZS liggen meer dan drie maanden. De aanvraagster zet vraagtekens bij deze termijn en wendt zich daarmee tot de Gemeentelijke Ombudsman.
De dienst legt uit dat de behandelingsperiode bij CIZ niet wordt meegerekend en dat WZS het besluit daarom binnen de wettelijke behandelingstermijn van acht weken heeft genomen.
Vanwege de inwerkingtreding van de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen per 1 oktober 2009 is dit veranderd. Niet de ontvangstdatum van de aanvraag bij WZS maar de ontvangstdatum van de aanvraag bij CIZ geldt voortaan als aanvraagdatum.
De ombudsman vindt dat burgers erop moeten kunnen vertrouwen dat de overheid zich aan wet- en regelgeving houdt, dus ook aan wettelijke termijnen. De werkwijze tot 1 oktober 2009 was daarmee in strijd.
De zogenaamde zorgmap die de dienst naar de aanvraagster had moeten sturen, is in eerste instantie niet verstuurd; de daaropvolgende verzending heeft zij nooit ontvangen. Ook hier is sprake van geschonden vertrouwen.
De dienst legt uit dat de behandelingsperiode bij CIZ niet wordt meegerekend en dat WZS het besluit daarom binnen de wettelijke behandelingstermijn van acht weken heeft genomen.
Vanwege de inwerkingtreding van de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen per 1 oktober 2009 is dit veranderd. Niet de ontvangstdatum van de aanvraag bij WZS maar de ontvangstdatum van de aanvraag bij CIZ geldt voortaan als aanvraagdatum.
De ombudsman vindt dat burgers erop moeten kunnen vertrouwen dat de overheid zich aan wet- en regelgeving houdt, dus ook aan wettelijke termijnen. De werkwijze tot 1 oktober 2009 was daarmee in strijd.
De zogenaamde zorgmap die de dienst naar de aanvraagster had moeten sturen, is in eerste instantie niet verstuurd; de daaropvolgende verzending heeft zij nooit ontvangen. Ook hier is sprake van geschonden vertrouwen.