Een vrouw wil haar Marokkaanse vriend op een toeristenvisum voor kort verblijf naar Nederland halen. Hoewel het bezoek pas over zeven weken plaatsvindt, heeft de ambassade aangegeven dat er geen mogelijkheden meer zijn om een afspraak voor de aanvraag in te dienen. De vrouw is van mening dat de ambassade een afspraak binnen twee weken zou moeten kunnen aanbieden en vraagt de ombudsman om hulp. Die laat mevrouw weten dat hij niet bevoegd is om gedragingen van een ambassade te onderzoeken. Hij verwijst haar door naar de Nationale ombudsman en sluit het dossier.