Een man heeft voor zijn bezoek aan een concert in Amsterdam een parkeerplek gereserveerd. De man wordt vanwege veiligheidsredenen door de verkeersregelaars een andere richting opgestuurd en bereikt zijn gereserveerde plek niet. Hij moet zijn auto op verzoek ergens anders parkeren. Het gevolg is dat hij maar een kwart van het evenement heeft kunnen bijwonen. De man is boos en besluit de gemeente aansprakelijk te stellen. Hij vraagt het geld voor het concert en de reserveringskosten terug. De verzekeraar van de gemeente wijst zijn verzoek af. De man is het niet eens met de werkwijze. Hij vindt niet dat de verzekeraar de schadeclaim namens de gemeente mag afwijzen en besluit daarom de gemeente in gebreke te stellen. Volgens de man heeft de gemeente niet volgens de procedure op zijn claim gereageerd waardoor er recht op een vergoeding bestaat op grond van de Wet dwangsom en beroep. Daarna bericht hij ook de ombudsman. De ombudsman bespreekt de klacht met de man. Hij legt uit dat hij geen oordeel kan vellen over de aansprakelijkheid. Hij vindt dat de gemeente wel dient te reageren op een aansprakelijkheidstelling en moet kunnen uitleggen waarom een verzekeraar de claim afhandelt. De verzekeraar en de gemeente verklaren vervolgens waarom de verzekeraar de aansprakelijkheidstelling heeft afgehandeld en waarom de claim is afgewezen. De man is het niet eens met de afwijzing en motivering. De ombudsman legt hem uit dat hij verder niets kan betekenen in deze zaak en sluit het dossier.