Een man parkeert zijn auto voor een paar minuten op een fiscale parkeerplaats voordat hij zijn auto op het privéterrein naast de woning parkeert waar geen parkeerbelasting verschuldigd is. Net in die paar minuten dat de auto op de parkeerplaats op straat stond, rijdt er een scanauto van Egis langs. De man krijgt een naheffingsaanslag opgelegd. Hij gaat tegen de naheffingsaanslag in bezwaar. Hij voert aan dat hij echt maar heel even op straat geparkeerd stond en dat het daarom noch redelijk noch billijk is dat de naheffingsaanslag is opgelegd. In de beslissing op bezwaar worden zijn bezwaren ongegrond verklaard. De man besluit niet in beroep te gaan, maar wel een herzieningsverzoek naar de directeur Parkeren te versturen. Hij wijst op de omstandigheden van zijn geval en legt nogmaals uit dat de naheffingsaanslag buitenproportioneel is. Ook zijn herzieningsverzoek wordt afgewezen. De man wendt zich tot de ombudsman. De ombudsman laat de man weten geen reden te zien om Parkeren om coulance te vragen. De ombudsman doet dit in voorkomende gevallen als er sprake is van bijvoorbeeld een (medische) noodsituatie en daarvan is in deze casus geen sprake. De ombudsman sluit het dossier.