Een oma belt de kinderombudsman. Ze vertelt dat haar kleinzoon al langere tijd uit huisgeplaatst is. Hij woonde bij Spirit in Amsterdam. Na ruzie met de leiding moest hij daar vertrekken. Hij is toen een tijdje bij zijn haar komen wonen. Volgens oma was dit voor hun beiden heel goed. Hij kon haar met dingen helpen en zij kon hem een thuis bieden. Ze hadden het ook heel fijn samen. Haar kleinzoon deed het goed op school en kreeg zelfs weer contact met zijn vader. Volgens de oma kwam daar abrupt een einde aan toen Jeugdbescherming een plek voor haar kleinzoon vond in Friesland. Oma is het hier niet mee eens en wil graag dat de kinderombudsman hier iets aan doet. De kinderombudsman legt haar uit dat ook zij geen inhoudelijke beslissingen van de gezinsmanager kan terugdraaien. Wel kan ze een klacht in behandeling nemen als de vrouw ontevreden is met de procedure of communicatie. Maar ook daarvoor dient moeder zich eerst tot Jeugdbescherming te wenden. Als de kinderombudsman informeert bij Jeugdbescherming blijkt deze de klacht van oma zelf ook te hebben ontvangen. De kinderombudsman sluit het dossier. De oma meldt zich een paar maanden later weer, na het sluiten van de jeugdhulpinstelling van haar zoon. Jeugdbescherming laat weten herhaaldelijk geprobeerd te hebben om met oma in gesprek te gaan, maar oma weigert een afspraak te maken. Inmiddels heeft oma een contactverbod met haar kleinzoon opgelegd gekregen door de rechter. De kinderombudsman ziet derhalve geen reden haar klachten verder te onderzoeken. De oma weet hoe ze Jeugdbescherming kan bereiken als ze toch over haar klachten in gesprek wil. De kinderombudsman sluit opnieuw het dossier.