Rapporten en zaakverslagen
Boete voor niet melden Airbnb
28-04-2020
De gemeente heeft de eigenaresse van een woning eind 2018 een boete opgelegd van 6000,- voor het niet melden van het feit dat zij haar woning twee nachten had verhuurd via Airbnb. De vrouw betaalt de boete en besluit niet in beroep te gaan nadat haar bezwaar ongegrond verklaard werd. Op 29 januari 2020 veegt de Raad van State de meldplicht als grondslag voor deze boete van tafel in een soortgelijke zaak. De vrouw meldt zich opnieuw bij de gemeente. Die ziet echter geen nieuwe feiten of omstandigheden die aanleiding geven tot het herzien van de boete. Daarom wendt de vrouw zich tot de ombudsman. De ombudsman constateert dat de gemeente de lopende boetes en de boetes waarvoor nog bezwaar en/of beroep kan worden ingesteld intrekt. De boetes die onherroepelijk geworden zijn, moeten echter gewoon betaald worden. De ombudsman begrijpt dat dit voor de vrouw onrechtvaardig voelt: als ze had doorgeprocedeerd tot de hoogste rechter was haar boete wellicht ook kwijtgescholden. Hij ziet in dit geval echter geen bijzondere omstandigheden die een uitzondering op het restitutiebeleid rechtvaardigt. Temeer omdat de rechter in deze zaak bepaald heeft dat deze vorm van vakantieverhuur wél verboden is. Enkel de meldingsplicht als grondslag voor zo’n boete is echter in strijd met de wet. De ombudsman sluit dus het dossier.