Rapporten en zaakverslagen
Nederlandse jongen op Belgisch internaat wordt uitgeschreven
30-04-2020
Een minderjarige jongen met de nodige problemen verblijft van maandag tot vrijdag in een internaat in België. Op vrijdag wordt hij opgehaald en in het weekend verblijft hij bij zijn ouders in Amsterdam. Ook tijdens de vakanties verblijft hij bij zijn ouders. Hij staat hier ook al die jaren nog gewoon ingeschreven. Half januari ontvangt zijn vader een brief waarin staat dat zijn zoon zal worden uitgeschreven omdat hij niet op een informatieverzoek zou hebben gereageerd dat in september 2019 zou zijn verstuurd. Zijn vader weet van niks. Hij reageert echter niet binnen twee weken, waardoor de de jongen begin februari met terugwerkende kracht vanaf september 2019 wordt uitgeschreven. Volgens de zorgverzekering is hij nu ook niet meer verzekerd. De man tekent direct bezwaar aan. Hij vertelt onder meer dat de Belgische grensgemeente waar de jongen naar school gaat hem niet als inwoner behandelt en hem alleen een zogenoemd attest kan verstrekken waarmee hij in Nederland kan bewijzen dat hij daar doordeweeks verblijft maar geen inwoner is. Omdat de behandeling van het bezwaar uitgesteld wordt en hij uit het contact met de behandelend ambtenaar niet het idee krijgt dat zijn bezwaar gegrond verklaard wordt, wendt hij zich tot de ombudsman. Vanwege de huidige situatie besluit de ombudsman de zaak - ondanks het lopende bezwaar- voor te leggen aan de dienst. Hij betoogt dat de jongen zeker vier maanden per jaar in Nederland verblijft en daarmee op z'n minst recht heeft op een briefadres. De dienst kan zich hierin vinden en besluit de uitschrijving dezelfde dag nog te corrigeren. De ombudsman sluit met een gerust hart het dossier.