Rapporten en zaakverslagen
Van de zorginstelling naar de straat
25-05-2020
Een jongen belt de kinderombudsman. Hij vertelt dat hij sinds zijn zestiende al bij een zorginstelling woont. Inmiddels zouden de kinderbeschermingsmaatregelen aflopen en zou hij dus uit de zorginstelling moeten vertrekken. Er is echter geen enkel vervolg geregeld en hij dreigt op straat te belanden. De gezinsmanager zou hem hebben gezegd dat dit bij de instelling ligt waar hij woonachtig was. Vanuit daar zou hij begeleid moeten worden naar een nieuwe woning, maar dit is niet gebeurd. De kinderombudsman doet navraag bij de gezinsmanager. De gezinsmanager vertelt dat hij met de jongen en de GGD in gesprek is over de mogelijke vervolgstappen en wat nu de volgende stap zou zijn voor het vinden van passende huisvesting. Het is verder aan de instelling waar hij nu woont om te bepalen of zij het verblijf verlengen. Als ze het verlengen kan de gezinsmanager kijken of hij financieel iets kan regelen met de gemeente. Als de instelling het verblijf stopt en het niet lukt om in het eigen netwerk van de jongen wat te regelen dan is de maatschappelijke opvang een optie. Binnen Amsterdam zijn de mogelijkheden van opvang wel beperkt. De kinderombudsman belt met de instelling waar hij woont. Zijn begeleider vertelt dat ze de jongen inderdaad al sinds zijn zestiende helpen. De jongen heeft veel geleerd, maar als het gaat om uitstromen is deze jongen afspraak na afspraak niet nagekomen. Ook voor het laatste gesprek voor de MO indicatie heeft de jongen het nu weer laten afweten. Volgens de begeleider valt jeugdbescherming geen verwijt te maken. Er zijn een hoop alternatieven en dingen aangeboden, maar de jongen is nergens op ingegaan. Nu lijkt de beste mogelijkheid om in afwachting voor een MO indicatie, in de noodopvang te verblijven. De kinderombudsman kan de jongen ook niet boven aan een wachtlijst plaatsen. Dit temeer nu de jongen in het verleden zijn eigen glazen heeft ingegooid. De kinderombudsman raadt hem aan gebruik te maken van het noodbed dat hem is aangeboden en drukt hem op het hart naar de volgende afspraak voor een MO indicatie te gaan. De kinderombudsman kan verder niks voor de jongen betekenen in zijn zoektocht naar een woning en sluit daarom het dossier.