Een man krijgt een naheffingsaanslag opgelegd als hij en zijn vrouw met spoed onderweg zijn naar hun zoon omdat hij ziek was. Toen zij aankwamen bleek de parkeermeter die zij normaal gebruiken verdwenen te zijn. Het duurt enige tijd voordat de zoon opendoet. In de tussentijd zoekt de man, zonder resultaat, een andere parkeerautomaat. Vervolgens ontvangen ze een naheffingsaanslag. Hiertegen tekent de man bezwaar aan, maar dit wordt ongegrond verklaard. Hij richt zich daarna tot de burgemeester maar krijgt geen reactie. Hij wendt zich daarna ook tot de ombudsman. De ombudsman legt de zaak voor aan de gemeente. Twee medewerkers van de gemeente bieden hun excuses aan en de naheffingsaanslag wordt alsnog ingetrokken. De ombudsman sluit het dossier.