Een vrouw stuurt de ombudsman een berichtje dat zij zich zorgen maakt over spelende en kattenkwaad uithalende kinderen in haar tuin en bij haar voordeur. Vanwege het Corona-virus probeert zij zoveel mogelijk binnen te blijven, maar ze ziet zich gedwongen haar tuin in te gaan om de rommel op te ruimen die de kinderen daar achterlaten. Dit vindt de vrouw uitermate vervelend bedreigend voor haar gezondheid. Ze wil graag met de ouders van deze kinderen in contact komen en vraagt de ombudsman hierbij om hulp. Naar aanleiding van het bericht van de vrouw neemt de ombudsman telefonisch contact op met de gemeente en vraagt of deze bereid is met de vrouw contact op te nemen om een en ander met haar verder te bespreken. Binnen een dag laat de gemeente weten de vrouw te hebben gebeld en van de wijkagent de toezegging te hebben gekregen dat hij zal proberen de vrouw te helpen de ouders te vinden.