Een advocate vraagt de kinderombudsman om hulp omdat ze zich zorgen maakt over een Zuidamerikaanse moeder en dertienjarige dochter die geen dak boven hun hoofd hebben. De gemeente Amstelveen zou geen andere oplossing zien dan de dochter op het vliegtuig naar Spanje te zetten, waar haar vader woont. Volgens de advocaat van moeder heeft de gemeente de dochter hiermee onder druk gezet. Het meisje wordt nu ongewenst gescheiden van haar moeder, omdat de gemeente weigert noodopvang te bieden. Bovendien komt daardoor de aanvraag van de verblijfsvergunning van moeder, die met Chavez recht naar Nederland is gekomen, hiermee onder druk te staan. De kinderombudsman informeert bij de gemeente naar de situatie, en krijgt te horen dat een en ander wat genuanceerder ligt. Het lukt de gemeente ondanks verschillende pogingen niet goed om met moeder in gesprek te komen. De gemeente laat weten wel graag in gesprek te willen met moeder en is ook bereid humanitaire opvang te bieden zolang er nog geen structurele oplossing is gevonden. Na bemiddeling door de kinderombudsman blijkt ook moeder bereid om (met haar advocaat) opnieuw in gesprek te gaan met de gemeente. Omdat de kinderombudsman vertrouwt op een goede uitkomst voor moeder en kind sluit ze het dossier.