Een vrouw woont in een woning op erfpacht. De buurtstraatquote van haar woning (die is gerelateerd aan de waarde van de grond)  is volgens haar te hoog. Een vergelijkbare woning in de buurt heeft een veel lagere BSQ. Zij uit haar bedenkingen bij Grond en Ontwikkeling die haar een duidelijke uitleg geeft maar geen aanleiding ziet om de BSQ te verlagen. Zij legt de zaak aan de ombudsman voor. De ombudsman meldt de vrouw onderzoek te kunnen doen naar het proces bij  een vermoeden van onbehoorlijk handelen, maar dat hij geen inhoudelijk oordeel kan vormen over de hoogte van de BSQ van bepaalde adressen. Aangezien Grond en Ontwikkeling een duidelijke toelichting heeft gegeven op de vaststelling van de BSQ  ziet de ombudsman in dit geval geen aanleiding om een onderzoek in te stellen. De ombudsman sluit het dossier.