Een vrouw benadert de kinderombudsman. Haar tienerdochter is sinds een paar jaar uit huis geplaatst. De vrouw is het oneens met de uithuisplaatsing. Ze wil haar dochter weer thuis hebben en wil dit kenbaar maken bij de kinderombudsman. Ze stelt dat haar eigen hulpverleners niet op tijd informatie hebben geleverd, waardoor de uithuisplaatsing verlengd werd. Over een paar dagen is de zitting waarin besloten wordt of de uithuisplaatsing opnieuw verlengd wordt of niet. De kinderombudsman kan de vrouw niet helpen in deze verdrietige kwestie en adviseert haar om de zaak goed door te spreken met haar advocaat of belangenbehartiger. De vrouw vertelt ook dat zij haar dochter nu vanwege de Coronamaatregelen niet kan zien. Als alternatief is videobellen aangeboden, maar dat vindt het pleeggezin niet goed, waardoor ze nu alleen kunnen bellen zonder beeld. Dit heeft moeder gemeld bij Jeugdbescherming en Spirit, maar daar hebben ze nog niet op gereageerd. De Nationale kinderombudsvrouw schreef een handreiking over de omgang tussen ouders en kinderen in de Coronatijd. Daarin wordt het recht om ouders te zien benadrukt, tenzij er zwaarwegende redenen zijn waardoor het beter is als de omgang tijdelijk wordt gestopt (www.dekinderombudsman.nl). De kinderombudsman vraagt de vrouw om het opnieuw bij haar te melden als ze  geen helder antwoord van Jeugdbescherming of Spirit krijgt.