Een vrouw vraagt de ombudsman om hulp. WPI wil ongeveer € 3.000,- terugvorderen van haar uitkering. De ombudsman legt een en ander aan de gemeente voor en vraagt naar het dossier te kijken. Enige tijd later krijgt de ombudsman het bericht dat de gemeente heeft gezien dat er geen sprake is van een verwijtbare vordering waardoor de klant het bedrag niet hoeft terug te betalen. Daardoor is de vordering met € 3.000,00 verlaagd en is het voornemen om een boete op te legen van tafel gehaald. De ombudsman is verheugd over deze uitkomst en sluit het dossier.