Een man wendt zich tot de ombudsman omdat hij overlast ondervindt van gemotoriseerd verkeer bij hem in de wijk dat zich niet aan de verkeersregels houdt. De ombudsman bezoekt de man en samen maken zij een wandeling door de buurt. De man legt uit dat het onder meer om snelheidsovertredingen gaat en parkeren en laden en lossen op de stoep. Hij beklaagt zich al drie jaar bij de gemeente maar vindt onvoldoende gehoor. Hij wil dat er een max 30 km bord bij de ingang van de wijk wordt geplaatst. Een verkeersdeskundige van de gemeente ziet geen noodzaak tot plaatsing. De programmasecretaris mobiliteit en wonen zegt de man toch toe haar best te zullen doen om het verkeersbord geplaatst te krijgen. Verder zegt de man dat de buurtcoaches hun afval op de straat gooien. De programmasecretaris zal dit met de buurtcoaches en gebiedsmakelaars bespreken. Verder laat de programmasecretaris weten dat in de zomer van  2020 een besluit zal worden genomen over de invoering van betaald parkeren en een verkeersanalyse van het Mobiliteitsplan wordt vastgesteld. Zij adviseert de man verder om zijn klachten over parkeren op de stoep te melden via www.meldingen.amsterdam.nl. Aangezien de ombudsman eerst de nadere reactie van de programmasecretaris wil afwachten en de besluitvorming van zomer 2020 over het parkeerbeleid ziet hij op dit moment geen aanleiding om onderzoek te doen naar de infrastructurele verkeersveiligheidsmaatregelen. Wel informeert de ombudsman bij Toezicht en Handhaving naar de situatie en de handhavingsactiviteiten ter plaatse. De politie had de man laten weten dat scanauto's de geparkeerde auto's controleren. De man heeft echter nog nooit scanauto's  in de buurt zien rondrijden. De ombudsman informeert bij Parkeren of scanauto's in de buurt actief zijn. Dat blijkt niet het geval omdat het een niet-betaald parkeren gebied is. De ombudsman concludeert dat de man de problemen in zijn buurt duidelijk over het voetlicht heeft gebracht. Er is geen gemakkelijk oplossing voor het tegengaan van de verschillende overtredingen en ergernissen. Dat komt omdat het voor het grootste deel een gedragsmentaliteit van gebruikers van de openbare ruimte betreft. De gemeenschappelijke noemer van de klacht over de gemeente betreft een tekort aan handhaving. De man wees op het onderscheid tussen de aanwezigheid van handhaving binnen en buiten de ring. De ombudsman laat de man weten dat de mate van handhaving in eerste instantie een budgettaire kwestie betreft en vervolgens van allocatie van middelen. Aan beide gaat politieke besluitvorming vooraf. Gezien de drukte in de binnenstad in het pre-Coronatijdperk is het goed verklaarbaar dat daar meer handhaving aanwezig was. Nu de drukte voorlopig niet zal terugkeren, is het een goed moment om het gemeentebestuur in overweging te geven om de handhaving die er is, meer gelijkmatig over de stad in te zetten. De ombudsman wijst de man op de mogelijkheid om hier een raadsadres over in te dienen. Tot slot adviseert de ombudsman om overlast te blijven melden aangezien handhaving de inzet daarop (mede) baseert.