Rapporten en zaakverslagen
Boete voor niet geplaatste vuilniszak
06-10-2020
In mei treft de afdeling Straattoezicht een vuilniszak op straat aan die niet op de juiste wijze is aangeboden. In de zak zit een papiertje met daarop het adres van een vrouw. De afdeling Juridische Zaken brengt haar de kosten bestuursdwang in rekening van € 182,-. De vrouw betaalt de kosten maar gaat ook in bezwaar. Zij stelt namelijk dat het niet haar vuilniszak is en dat zij niet diegene is die de vuilniszak heeft buitengezet. Zij beschikt over een pasje voor een ondergrondse vuilcontainer waar zij altijd gebruik van maakt. Er is voor haar dan ook geen reden om vuilniszakken een paar straten verderop -waar de zak is aangetroffen- op straat te zetten. De afdeling Juridische Zaken nodigt haar uit voor de hoorzitting maar de vrouw is wegens vakantie niet in de gelegenheid om op die hoorzitting aanwezig te zijn. De gemeente acht haar bezwaarschrift ongegrond en beroept zich op jurisprudentie van de Raad van State. Als een poststuk met het adres van iemand in een onjuist aangeboden vuilniszak wordt aangetroffen, mag de gemeente de kosten bestuursdwang op de betreffende persoon verhalen. De hoogte van de griffiekosten weerhoudt de vrouw ervan om bij de Raad van State in beroep te gaan. Zij legt de zaak aan de ombudsman voor. De ombudsman vraagt de gemeente om de zaak niet alleen juridisch te benaderen ook maar ook menselijke afweging te maken. Het betreft namelijk een oudere vrouw die – zoals gezegd – over een pasje van een ondergrondse vuilcontainer voor haar deur beschikt en het daarom nogal onwaarschijnlijk is dat zij haar vuilniszak verderop op een onjuiste wijze zou aanbieden. De ombudsman vraagt de gemeente na te gaan of het de eerste keer is dat de gemeente de vrouw dergelijke kosten in rekening heeft gebracht. Dat zou aanleiding kunnen zijn om de kosten ongedaan te maken. Het blijkt inderdaad de eerste keer te zijn. De ombudsman vraagt tevens om na te gaan op welke dagen op of rond de datum dat de vuilniszak is aangetroffen de vrouw met haar pasje van de ondergrondse vuilcontainer gebruik heeft gemaakt. Als de vrouw op of rond die datum van de ondergrondse vuilcontainer gebruik heeft gemaakt, is het onwaarschijnlijk dat zij elders een vuilniszak heeft achtergelaten. De afdeling Juridische Zaken laat weten dat niet meer valt na te gaan wanneer de vrouw rond die datum van de ondergrondse vuilcontainer gebruik heeft gemaakt. De ombudsman belegt een conferencecall met het hoofd Juridische Zaken, de juridisch beleidsmedewerker Straattoezicht en de klachtencoördinator. De gemeente biedt aan om de vrouw alsnog te horen. Dat gebeurt korte tijd later en de ombudsman verneemt dat de gemeente aanleiding zag om de vrouw de kosten bestuursdwang terug te betalen. De vrouw is blij met deze uitkomst. De ombudsman sluit het dossier.