Een Canadees bezoekt Amsterdam. Hij huurt een auto en krijgt na terugkomst in Canada een naheffingsaanslag (boete) opgelegd. Hij is het daar niet mee eens omdat hij ervan uit gaat dat hij altijd parkeergeld heeft betaald wanneer dit nodig was. Daarnaast denkt hij dat hij de boete al betaald heeft aan het autoverhuurbedrijf. Hij legt de zaak voor aan de ombudsman. Deze vraagt foto's (waarop de overtreding is vastgelegd) op bij de gemeente en stuurt deze naar de man. Ook wordt opschorting van de invordering gevraagd. De gemeente laat weten dat de man, hoewel de termijn overschreden is, alsnog bezwaar kan aantekenen. Hij kan dan aangeven dat hij de boete pas laat ontvangen heeft. De ombudsman informeert verder bij het autoverhuurbedrijf of deze de boete al betaald hebben. Dit laat weten dat de boete in eerste instantie naar het bedrijf gestuurd is en dat deze aan de gemeente hebben laten weten wie de bestuurder was waar de boete naar toe moet. Hiervoor is door het bedrijf een bedrag aan administratiekosten in rekening gebracht bij de man. Dit betreft echter niet de boete zelf. De man is hierover geïnformeerd door het bedrijf. Gezien het voorgaande ziet de ombudsman geen verdere rol weggelegd en sluit het dossier.