Een jonge dakloze man dient een klacht in bij de ombudsman omdat het hem niet lukt een briefadres te verkrijgen. Tot zijn relatie stukliep heeft hij acht jaar in Zaanstad gewoond, hij verblijft daar sindsdien in een hotel dat tijdens de Coronacrisis ter beschikking is gesteld als opvang. Hij is in Zaanstad met verschillende bedrijven in gesprek over een baan. Zaanstad weigert hem echter een briefadres te verstrekken omdat hij nog een briefadres in Amsterdam zou hebben, bij zijn zus. Op het moment dat de ombudsman beide gemeenten wil vragen de man gezamenlijk te helpen laat hij weten dat Zaanstad toch akkoord is gegaan. De ombudsman heeft nog een uitgebreid gesprek met hem over de mogelijkheden van vestiging buiten de regio en sluit daarna het dossier.