Een man uit Almere benadert de ombudsman. Hij beklaagt zich regelmatig over de flat waar hij in woont, zijn verhuurder en zijn buurman. De gemeente heeft herhaaldelijk met de man gesproken en hem verschillende keren hulp aangeboden. Omdat het om een kwetsbare man gaat is de plek waar hij woont wellicht niet het meest geschikt voor hem. De gemeente heeft hem hulp aangeboden bij het vinden van vervangende woonruimte. Nu beklaagt de man zich over het feit dat de gemeente geen antwoord geeft op de vraag waarom er niet eerder gehandhaafd is op de vermeende prostitutie die zijn buurman faciliteerde in zijn woning. In april 2019 heeft hij hier namelijk ook een brief over gestuurd, en volgens de man krijgt hij geen antwoord op zijn vragen. Als de ombudsman informeert bij de gemeente blijkt dit niet te kloppen. De gemeente heeft hem herhaaldelijk gesproken naar aanleiding van zijn brief van april 2019. Toen de man in maart van 2020 opnieuw een brief aan de gemeente schreef heeft de gemeente ook deze beantwoord. Inhoudelijk is het zo dat de prostitutie bij de buurman niet eerder bekend was bij de gemeente. Op het moment dat de man dit noemde in zijn brieven was deze situatie al beëindigd. De gemeente heeft bij de afdeling handhaving en andere mogelijke kanalen nagegaan of er eerdere meldingen van prostitutie zijn gedaan maar deze zijn niet bekend. De eerste melding van de man was gedaan nadat er door de gemeente gehandhaafd had, in januari van dit jaar. De stappen die zijn ondernomen en hoe de gemeente heeft gehandeld is herhaaldelijk met de man besproken. Het aanbod voor hulp blijft ook nog steeds staan. Het is echter wel aan de man zelf om daarvoor in actie te komen. De ombudsman ziet geen aanleiding tot verdere interventie en sluit het dossier.