Een vrouw laat de ombudsman weten dat haar bijstandsuitkering telkens wordt afgewezen. Ze vreest ook dat zij niet in aanmerking komt voor een woning omdat zij geen aantoonbaar inkomen heeft. De vrouw woont namelijk in bij haar ex-partner en volgens de regels van de Participatiewet komt zij niet in aanmerking voor een bijstandsuitkering omdat er sprake is van een gezamenlijke huishouding. De ombudsman vraagt de gemeente om met de vrouw in gesprek te gaan. De gemeente bevestigt dat er geen algemene bijstand mogelijk is zolang de vrouw met haar dochter bij haar ex-partner woont. Vanwege de bijzondere situatie heeft de gemeente besloten om een contactpersoon toe te wijzen voor garantstelling van de huur. De gemeente belooft in dit geval ook met spoed de aanvraag levensonderhoud te behandelen. Voor de vrouw is deze toezegging voldoende. De ombudsman sluit het dossier.